“Eet gewoon die boterham, zo makkelijk is het niet”

I. over haar herstel van anorexia

Ze was pas 10 jaar toen ze voor het eerst eetstoornisgedachten kreeg. Dat uitte zich al snel in gedrag: steeds gezonder willen eten, stiekem oefeningen doen en liters water drinken. Op haar 16e belandde I. met ondergewicht in het ziekenhuis. Er volgden twee klinische opnames. Uiteindelijk vond ze haar heil bij een alternatieve therapeut en vond ze steun bij het Leontienhuis. Inmiddels is I. een zelfstandige jonge vrouw van bijna 30 jaar, werkt ze 30 uur in de week en woont ze op zichzelf. Ze heeft geen ondergewicht meer, maar stoeit soms nog steeds met haar gedachten. Ze is strijdlustig om ook het laatste restje anorexia uit haar lijf en hoofd te verbannen. “Ik geloof dat 100% herstellen kan, daar ga ik voor.”

“Ik ben een perfectionist en hooggevoelig”

“Er was niets groots of traumatisch gebeurt in mijn leven.” En daarmee wil I. meteen de misvatting de wereld uit helpen dat er altijd een groot trauma ten grondslag ligt aan het ontstaan van een eetstoornis. “Ik stoeide met vage gedachten in mijn hoofd. Ik begon niet met afvallen omdat ik mezelf te dik vond.” Wat dan wel de reden was om op haar 10e met eten te gaan sjoemelen? “Ik denk dat het een combinatie van dingen was. Ik ben behoorlijk perfectionistisch en hooggevoelig. Alles komt bij mij binnen. En ik ben bang voor verandering. Daarnaast turnde ik op redelijk niveau, een sport waarbij een licht gewicht ook wel handig was. Ook had ik last van hevige voedselallergieën. Kortom, gezonder eten en afvallen gaf mij een gevoel van controle. Dat gaf me rust en een veilig gevoel.”

Het effect was in eerste instantie nog niet duidelijk zichtbaar, waardoor haar ouders niets door hadden. “Ik was altijd al een poppetje.” Maar toen de puberende I. nog steeds een meisjeslichaam had en maar niet ongesteld werd, ging er een belletje rinkelen bij haar ouders: wat is hier aan de hand? “Ze namen me mee naar de huisarts, maar die wist ook niet zo goed wat hij ermee aan moest en stuurde me weer naar huis.”

“Met mij is niets aan de hand, dacht ik”

Ondertussen kreeg anorexia steeds meer grip op haar gedachten en gedrag. Ze at steeds minder en bewoog steeds meer. De listige truckjes namen toe, waardoor ze isoleerde van de ‘normale’ wereld. “Zelf vond ik nog steeds dat er niets met mij aan de hand was.” Toen ze in 5 VWO zat, belandde I. in het ziekenhuis met ondergewicht. De anorexia had haar lichaam uitgeput. Terwijl ze in het ziekenhuis lag, werd ze aangemeld voor klinische opname voor een eetstoornisbehandeling. I. vond het nog altijd niet nodig. Er was niets met haar aan de hand. Terwijl anorexia I. in de tang had, maakte ze haar VWO af. “Ik wilde koste wat kost mijn examen halen. Daar heb ik mij volledig op gestort. Mijn ouders hebben het toegelaten. Ze durfden dat niet van mij af te nemen. Bang dat ik dan nog verder weg zou zakken.”

Eenmaal in de kliniek kreeg I. voor het eerst in de gaten dat er misschien toch iets ernstig mis was. Maar dat ze ziek was en hulp nodig had, zo ver was ze nog niet. “Ik zat ineens met andere meiden die hetzelfde deden als ik. Door die confrontatie dacht ik wel: er is iets.” De behandeling van de kliniek sloeg niet aan bij de jonge, pientere I. die vanbinnen schreeuwde om gehoord en gezien te worden. “Ik snap het beleid hoor, maar het werkte bij mij niet. Hoe meer focus er op het eten en mijn gewicht kwam, hoe meer ik ging tegenwerken.” Ze is twee keer negen maanden opgenomen, totdat ze 18 jaar werd en de jeugdkliniek geen passende plek meer voor haar was. Wat nu?

“Eindelijk ging het over mij en niet over boterhammen”

Via via kwam ze bij een alternatieve therapeut terecht en dat sloeg aan. “Voor het eerst ging het niet over aankomen en boterhamen, maar over mij. Over wie ik ben en wat ik wil.” De hooggevoelige I. die al jarenlange worstelde met haar gedachten voelde zich eindelijk gehoord en gezien. “Geen standaard behandelplan, maar behandelingen en gesprekken waar ik op dat moment behoefte aan had.” En dat werkte voor haar. Er kwam weer orde in de chaos in haar hoofd en haar opgekropte gevoelens kregen ruimte, waardoor ze ook weer normaler ging eten en langzaam maar zeker aankwam.

“Uitleggen hoeft niet, iedereen snapt je in het Leontienhuis”

Nadat ze afscheid had genomen van haar alternatief therapeut, kwam ze op bezoek bij het Leontienhuis. “Dat hielp mij in de stappen die ik nog moest zetten.” De erkenning en het samenzijn met lotgenoten voelde als een bevrijding voor I. “Je hoeft niets uit te leggen, iedereen snapt je. Iedereen die bij het Leontienhuis komt, doet dat uit eigen wil. Daardoor is de sfeer heel motiverend.” I. krijgt 1-op-1 begeleiding, doet regelmatig mee aan de yoga, steekt soms haar handen uit de mouwen in het creatief atelier en luncht mee als ze in het Leontienhuis is. “Dat vond ik de eerste keer heel spannend, maar ik voelde mij al snel op mijn gemak, wetende dat de anderen aan tafel het soms ook moeilijk hebben. Nu vind ik het juist gezellig om samen te eten.”

Op dit moment werkt I. 30 uur in de week. Ze hoopt binnenkomt een volgende stap te kunnen maken binnen de organisatie waar ze werkt. In tegenstelling tot vroeger, bepaalt de anorexia haar leven niet meer, maar heeft ze zelf de regie terug. “Ik ben altijd met één been in de ‘normale’ wereld blijven staan. Ik heb het VWO afgemaakt en ben daarna gaan studeren. Deeltijd weliswaar, op aandringen van mijn omgeving. En dat was maar goed ook, achteraf gezien.” Het contact met de samenleving had een tweeledig effect op I. toen ze nog met anorexia worstelde. “Enerzijds voelde ik me daardoor een vreemde eend. Ik haakte vaak af als anderen leuke dingen deden. En ik baalde heel hard toen studiegenoten hun diploma haalden en ik nog twee jaar verder moest. Anderzijds gaf mij dat ook de drive om te herstellen van anorexia: ik wilde óók weer gewoon meedoen.”

“Stop gewoon een boterham in je waffel, zo gemakkelijk is het niet”

Haar ziekte heeft ook flinke impact gehad op haar directe omgeving. “Mijn ouders hebben altijd achter mij gestaan.” I. hield haar strijd voor zichzelf, waardoor ze jarenlang met een geheim leefde. Zelfs haar beste vriendin wist niet wat ze allemaal doormaakte. “Totdat zij ook een eetstoornis kreeg, toen ben ik open geweest.” Inmiddels is I. juist open naar haar omgeving. Heel de wereld kan haar verhaal lezen in een boek dat ze heeft geschreven. “Er zijn zo ontzettend veel vooroordelen en misvattingen over anorexia. ‘Stop gewoon een boterham in je waffel’, is makkelijker gezegd dan gedaan. Door mijn verhaal te delen hoop ik iets meer begrip te krijgen voor mensen met een eetstoornis.”

I. heeft inmiddels een gezond gewicht. Ook mentaal gaat het beter met haar, al is het soms nog een rommeltje in haar hoofd. Een nieuwe fase van haar herstel, met nieuwe uitdagingen. “Het is best lastig als iedereen roept dat het zo fijn is dat het weer goed met je gaat, omdat je er beter uitziet, terwijl je het soms vanbinnen nog zwaar hebt. Ik weet dat mijn omgeving het goed bedoelt, maar toch is dat soms pijnlijk. Ik probeer mij niet meer zo druk te maken over wat de rest van de wereld denkt; ene oor in, andere oor uit.” Haar doel? Dat is duidelijk, I. gaat voor 100 % herstel. “Ik weet dat het kan. Ook door de ervaringsdeskundigen van het Leontienhuis. Ik ben al zo ver gekomen, ik wil ook dat laatste restje de deur uitwerken.”

Eén van haar grootste overwinningen was een fietstocht door Nederland, een paar maanden terug. Een doel waar ze naartoe had gewerkt in haar herstel en om geld op te halen voor het Leontienhuis. Ze fietste in vijf dagen tijd 550 km door 12 provincies van Nederland, onder goede begeleiding. “Dit was echt de week van mijn leven. Op een paar moeilijke eetmomenten na, heb ik enorm genoten van het avontuur. De natuur, het gezellig samenzijn met elkaar… de vrijheid. Dat vrije gevoel wil ik vaker voelen. Dat is mijn motivatie om helemaal van anorexia af te komen.”

“Mijn advies: neem jezelf serieus”

Als I. terugkijkt op haar worsteling met anorexia en de strijd die ze levert om te herstellen, heeft ze twee adviezen voor anderen met een eetstoornis. “Allereerst: neem jezelf serieus. Ik dacht ook: bij mij valt het wel mee. Maar dat viel het niet. Schakel iemand in die je vertrouwt en vertel wat er aan de hand is. Ik heb het heel lang, te lang, voor mezelf gehouden. Als tweede advies zou ik willen zeggen: bedenk goed wat jij wilt. Ik bedoel, herstellen en genezen klinkt zo abstract. Stel doelen, dus dingen die je weer kunt doen als je geen eetstoornis hebt. Bedenk: waar word ik blij van? Dat helpt mij in mijn motivatie om te herstellen.”

Wegwerkzaamheden

Vanaf 15 november t/m 28 november wordt er aan de B weg gewerkt en wordt deze opnieuw geasfalteerd. Dit betekent dat het Leontienhuis met de auto deze periode niet direct bereikbaar is. Met de fiets blijven we wel bereikbaar. Auto’s kunnen geparkeerd worden in de woonwijk direct achter het Leontienhuis. 

Ons advies is om de ‘Baronessenhof’ in te voeren in de navigatie en in deze straat de auto te parkeren. Steek vervolgens het bruggetje aan het einde van de straat over en ga naar rechts. Je loopt vervolgens tegen de achterzijde van het Leontienhuis aan. Loop links om de tuin heen om bij de hoofdingang te komen.